Peilloos
Er zijn eerder vogels neergestreken op mijn hand
en in mijn kijken. Een uil landt waar hij al was
het is herkennen van gelijken
in de vlucht, waar vingers klauwen zijn en veren
de huid nabij. De uil daagt en ik doorzie hem
wij velen het donker. Laag bij de grond hoeden we
onze muizenissen. Wij wachten niet op lucht of licht
onze spanwijdte is imposant. Wat we missen
is een bodem voor de binnenkant.